Ik wel, ik niet.
Incl. materiaal
Mondeling
30 min
Doelstellingen
Incl. materiaal
Mondeling
30 min
De deelnemer kan vervoegen en de voornaamwoorden correct gebruiken.
Materialen
- Kaarten met een positieve en een negatieve uitspraak, bijv.
Ik rook / ik rook niet.
Ik slaap goed / ik slaap niet goed.
Ik dans salsa / ik dans geen salsa.
Ik spreek Arabisch / ik spreek geen Arabisch.
Instructies
- Ga in een cirkel staan.
- Begin met een positieve uitspraak die op jou van toepassing is, bijvoorbeeld ik rook.
- Vorm twee groepen volgens de reacties van de deelnemers: rokers en niet-rokers.
- Wijs een of meer deelnemers aan en maak zinnen, bijv.
Wij roken en jij rookt niet.
Hij rookt en hij rookt niet. - Laat een vrijwillige deelnemer uit de kaarten een verklaring kiezen die op hem/haar van toepassing is.
- Sluit de oefening af door enkele vervoegde werkwoorden op het bord te schrijven.
Tips voor de instructeur
- Leer de vervoeging van onregelmatige werkwoorden in een latere sessie.
- Je kan deze oefening na elke sessie doen, met de nieuwe werkwoorden.
Lees meer
Lees meer over deze onderwerpen in onze handleiding door op onderstaande buttons te klikken.