Vertel me wat je ziet

Doelen

Deze activiteit helpt om kritisch en creatief te denken bij het analyseren van complexe beelden/onderwerpen/problemen. De deelnemers worden uitgenodigd om nadrukkelijk te delen wat zij zien en vaststellen, zonder beoordeeld te worden. Deelnemers delen hun gedachten en opvattingen binnen een collectief proces, waarin geen plaats is voor goed en/of fout.

Puntsgewijs:

• Ontwikkelen van kritisch denken
• Ontwikkelen van creatief denken
• Aanmoedigen van participatie
• Samenwerkend discussiëren
• Emoties uitdrukken
• Reflecteren

Materiaal

Afbeeldingen

Instructies

Deze activiteit is gebaseerd op Visual Thinking Strategies (VTS). Het is een gesprekstechniek/methodiek om met een groep allerhande beelden (zoals foto’s en kunstwerken) te onderzoeken. De methodiek werd uitvoerig onderzocht en bewijst zijn effectiviteit o.a. op vlak van taalverwerving. VTS versterkt en ondersteunt de lerende om te observeren, analyseren, elementen te benoemen en beschrijven, associaties en interpretaties te maken en in dialoog te gaan.

Drie basisvragen staan centraal en sturen het gesprek:

• Wat gebeurt er? (Wat zie je hier?)
• Waaraan zie je dat? (Waaraan merk je dat?)
• Wat gebeurt er nog meer? (Wat zie je nog meer?)

Jij – de facilitator – laat een afbeelding/object zien en stelt de eerste vraag. De deelnemers delen hun gedachten en meningen hierover. Je parafraseert de inbreng van de deelnemers en stelt de tweede vraag. De deelnemers delen hun gedachten en meningen hierover. Je parafraseert en benoemt de elementen om te benadrukken én te verwijzen naar wat de deelnemers hebben ingebracht. Dan stel je de derde vraag.

Wanneer er geen andere gedachten en meningen meer worden ingebracht, bedank je de deelnemers voor hun inbreng. Er wordt geen verdere uitleg gegeven, noch een oordeel gegeven over wat er is gezegd.

Variant

• Creatieve verwerking: tekeningen, collages, sculpturen, tinkering, etc. kan ingezet worden om deelnemers na de VTS-methode een vrije verwerking te laten maken van hun interpretaties en ervaringen.
• Afhankelijk van de gekozen afbeeldingen/objecten kan een specifiek thema of categorie worden voorgesteld.
• In plaats van afbeeldingen kan ook tekst of informatie gebruikt worden. De vragen zijn dan als volgt:
  Wat gebeurt er in deze tekst?
  Wat heb je gelezen waardoor je dat zegt?
  Wat kunnen we nog meer vinden?
• Laat een afbeelding zien en vraag de deelnemers om hun gedachten en opvattingen op te schrijven aan de hand van de drie vragen. Door een portfolio te gebruiken, kan de deelnemer zijn eigen vorderingen op het gebied van schrijf- en denkvaardigheden evalueren.

Link(s)

Home

Visual Thinking Strategies in FOMU

https://www.vtsnederland.org/
https://www.gvsu.edu/artgallery/visual-thinking-strategies-152.htm