Amerikaans liften

Incl. materiaal
Mondeling
15 min

Doelstellingen

  • De deelnemer kan een andere deelnemer bij de naam noemen.
  • De deelnemer kan afbeeldingen van het behandelde onderwerp benoemen.

Materialen

Kaartjes met afbeeldingen van het behandelde onderwerp.

Voorbereiding

  • Als de deelnemers elkaars naam nog niet kennen, vraag hen dan om hun naam te zeggen.
  • Als het een moeilijke naam is, vraag dan hoe je hem gemakkelijk kunt onthouden.
  • Laat iedereen zijn/haar naam en de naam van de persoon die naast hem/haar zit herhalen. Ga verder in wijzerzin (rechtsom).

Instructies

  • Ga in een cirkel zitten.
  • Oefen de vier bewegingen met de deelnemer, in hetzelfde tempo.
  1. Sla met je handen tegelijk op je dijen.
  2. Klap in je handen.
  3. Steek je rechterduim omhoog over je rechterschouder.
  4. Steek je linkerduim omhoog over je linkerschouder.
  • Begin met het voorbeeld te geven. Vermeld jouw eigen naam in stap 3 en de naam van een deelnemer in stap 4.
  • De deelnemer van wie de naam werd genoemd, zegt nu zijn eigen naam in stap 3 en noemt dan die van een andere deelnemer, enzovoort.
  • Iedereen die te lang wacht is uit.
  • Geef aan dat de oefening bijna gedaan is door nog drie keer te roepen.

Variant

  • Consolideer de woordenschat van een behandeld onderwerp door elke deelnemer een afbeelding te geven rond het thema ‘eten’.
  • Controleer of iedereen zich de naam van het eten herinnert.
  • Voorbeeld met het thema ‘Voedsel’.
    In plaats van de voornamen te gebruiken, noemen de deelnemers de afbeelding op hun kaart en die op de kaart van een andere deelnemer.
  1. Sla met je handen tegelijk op je dijen.
  2. Klap in je handen.
  3. Steek je rechterduim omhoog over je rechterschouder en zeg ‘wortel’.
  4. Steek je linkerduim omhoog over je linkerschouder en zeg ‘appel’.

Tips voor de instructeur

Hou het tempo laag. Anders wordt de oefening te moeilijk.