Doelen
De deelnemer kan eenvoudige instructies begrijpen.
Materiaal
Instructiekaarten, waarop b.v. Ren! Loop! Gooi! staat. Voor elke instructie moeten er meerdere kaarten zijn.
Instructies
- Ga in een cirkel staan.
- Geef elke deelnemer een kaart.
- Roep een instructie, bijvoorbeeld: Ren! Alle deelnemers met een kaart waarop Ren! staat moeten voor de deelnemer links van hen gaan staan.
- Een deelnemer mag niet naar links bewegen als er iemand voor hem/haar staat.