Ik zit in de bus

Geen materiaal
Mondeling
15 min

Doelstellingen

  • De deelnemer kan iemand in de groep aanwijzen door hem/haar bij naam te noemen.
  • De deelnemer kan eenvoudige zinnen herhalen.

Voorbereiding

  • Zet een stoel voor elke deelnemer in een cirkel, voeg een extra stoel toe.
  • Schrijf op het schoolbord
    Ik zit..
    In de bus.
    En ik zit naast…

Instructies

  • De persoon die links van de lege stoel zit, slaat met één hand op de lege stoel, gaat erop zitten en zegt ‘ik zit’.
  • De persoon die nu links van de lege stoel zit, slaat op de lege stoel, gaat erop zitten en zegt ‘in de bus’.
  • De persoon die nu links van de lege stoel zit, slaat op de lege stoel, gaat erop zitten en zegt ‘En ik zit naast … (naam van een andere deelnemer)‘.
  • De deelnemer die bij naam wordt genoemd, begint het spel opnieuw.

Variant

  • Veeg de tekst op het schoolbord uit.
  • Vraag de deelnemers om een soortgelijke zin te maken, bijvoorbeeld
    Ik fiets
    door de stad
    en ik fiets naast…

Tips voor de instructeur

Versnel het tempo zodra iedereen de oefening begrijpt! De concentratie neemt toe en de oefening wordt leuker.