Doelen
- De deelnemer kan iemand in de groep aanwijzen door hem/haar bij naam te noemen.
- De deelnemer kan eenvoudige zinnen herhalen.
Voorbereiding
- Zet een stoel voor elke deelnemer in een cirkel, voeg een extra stoel toe.
- Schrijf op het schoolbord
Ik zit..
In de bus.
En ik zit naast…
Instructies
- De persoon die links van de lege stoel zit, slaat met één hand op de lege stoel, gaat erop zitten en zegt ‘ik zit’.
- De persoon die nu links van de lege stoel zit, slaat op de lege stoel, gaat erop zitten en zegt ‘in de bus’.
- De persoon die nu links van de lege stoel zit, slaat op de lege stoel, gaat erop zitten en zegt ‘En ik zit naast … (naam van een andere deelnemer)‘.
- De deelnemer die bij naam wordt genoemd, begint het spel opnieuw.
Variant
- Veeg de tekst op het schoolbord uit.
- Vraag de deelnemers om een soortgelijke zin te maken, bijvoorbeeld
Ik fiets
door de stad
en ik fiets naast…