Doelen
De activiteit richt zich op diverse vaardigheden van de deelnemer en laat zien dat iedereen iets kan bijdragen aan de samenleving. Het toont ook het potentieel van teamwerk.
Voorbereiding
Je kan een lijst met vaardigheden opstellen, of kaarten maken waarop verschillende vaardigheden worden aangegeven, om deelnemers met een lage taalvaardigheid te helpen.
Instructies
De deelnemers vormen groepjes van drie tot vier personen. Iedereen schrijft/denkt aan één vaardigheid die hij of zij heeft. Belangrijk: je moet er plezier in hebben EN je moet er goed in zijn. Er is geen grens, of het nu om een fysieke, cognitieve en/of emotionele vaardigheid gaat. Elke vaardigheid, hoe absurd ook, kan nuttig zijn voor de samenleving.
Vervolgens heeft ieder groepje drie minuten de tijd om een probleem te vinden dat kan worden opgelost met de combinatie van alle vaardigheden binnen het groepje.
Variant
Jij formuleert het probleem, zodat de deelnemers vooral over de vaardigheden en de oplossing hoeven te denken.